Iedereen doet of voelt wel eens dingen die hij of zij liever weg zou stoppen. Je herkent het vast wel. Dat is dan ook direct één van de meest gebruikte methodieken om met ongewenste gevoelens of gedragingen om te gaan: ontkennen en opkroppen. Hoewel dit in veel gevallen vrij efficiënt lijkt te werken, er komt een moment waarop het niet meer gaat. De bom barst. Een burn out, depressie, woede uitbarstingen, ongecontroleerde huilbuien of fysieke klachten zijn het gevolg.
Elk gedrag heeft een positieve intentie
Alles wat je doet, hoe destructief ook, heeft een positieve intentie. Van een verslaving tot het jezelf wegcijferen om een ander het naar de zin te maken. Hoe graag we soms ook zouden willen dat een bepaalde gedraging stopt of weggaat, ergens wil het jou altijd iets goeds brengen.
Een aantal voorbeelden uit de praktijk:
- Cocaïneverslaving: zich even groot en sterk voelen
- Extreem perfectionisme: behoeden van pijn en afwijzing van anderen
- Pleasen: wanneer anderen mij leuk vinden krijg ik liefde
- Alcoholverslaving: bepaalde gevoelens niet hoeven voelen, behoeden van verdriet
- Automutilatie: geestelijke pijn niet hoeven voelen
Betekent dit dan ook dat je je er maar bij neer moet leggen en je er niets mee hoeft te doen? Of niets aan kán doen? Nee, dat niet.
Hoe ontstaan gedragingen?
De basis van hoe wij naar de wereld kijken, hoe we naar onszelf kijken en hoe we naar de mensen om ons heen kijken wordt al vroeg gelegd. Deze overtuigingen zijn uiteindelijk de basis van onze gedragingen. Als jij er bijvoorbeeld van overtuigd bent dat de wereld onveilig is, zou het zomaar kunnen zijn dat je al vroeg een angststoornis creëert, waardoor je niet meer naar buiten hoeft. In eerste instantie natuurlijk zeer effectief, maar voor de lange termijn totaal niet gewenst.
Overtuigingen ontstaan al in de jeugd
Wanneer je uitgaat van de gedachte dat alles energie is en een bepaalde trilling met zich meedraagt, is het niet ondenkbaar dat bij het moment van conceptie al een bepaalde energie meegegeven wordt aan de vrucht. Vanuit de praktijk heb ik ervaren dat het wel degelijk verschil maakt of een kind vanuit liefde verwekt wordt of niet. Dit kan al een basis zijn voor een overtuiging als: ik heb geen bestaansrecht, ik ben niet gewenst, of een variant daarvan.
Ditzelfde geldt voor de omgeving waarin het kind in de buik opgroeit. Is het veilig of niet? De mate van stress, onrust of angst die de moeder ervaart tijdens de zwangerschap is van groot belang voor de beeldvorming van het kind. Deze voornamelijk onbewuste leerfase duurt nog tot ongeveer 7 jaar, daarna verschuift het onbewust leren steeds meer naar bewust leren.
Psychologie van de verschillende ‘ikken’
De verschillende gedragingen die we hebben worden gestuurd vanuit zogenaamde ‘subpersoonlijkheden’. Je herkent het vast wel: iemand die zich als een klein kind kan gedragingen in ruzies of discussies. Door bijvoorbeeld boos te worden, weg te lopen of letterlijk met gebalde vuisten begint te stampvoeten. Het zou zomaar kunnen zijn dat dit ‘boze deel’ van deze persoon nog een kindsdeel is waar iemand op zo’n moment als het ware inschiet. Hij of zij lijkt dan ook echt geen controle meer te hebben over zijn of haar eigen gedrag.
Zo hebben we allemaal delen – verschillende ikken – die bepaald gedrag aansturen. In grote lijnen heb je dan delen die meer verstoten zijn (het secundaire systeem) en delen die meer aanwezig zijn, van waaruit je primair handelt (het primaire systeem).
Een aantal delen die je ongetwijfeld bij jezelf of anderen zult herkennen:
- De pleaser: het altijd goed willen doen voor een ander.
- De perfectionist: als je iets doet doe je het ook goed. Het liefst zo perfect mogelijk. Eigenlijk is het nooit goed genoeg.
- De rebel: “ik moet helemaal niks!”, “Oh jij vindt dat ik het zo moet doen? Dan doe ik het zus”
- De clown: pijn en verdriet wordt veelal weggelachen of afgedaan met een grapje
- De uitsteller: “ik presteer nu eenmaal beter onder druk”
De ideale situatie is wanneer het systeem in balans is. Oftewel: je pleaser is evenveel aanwezig als je egocentrische deel. Jij bepaald en hebt de controle wanneer je iets doet voor een ander, óf wanneer je voor jezelf kiest. Helaas is dit zelden het geval.
Transformeren van ongewenst gedrag
Maar hoe kun je hier dan iets aan doen? Hoe kun je ongewenst gedrag dan transformeren als het al zo lang onderdeel is van je dagelijks leven. Allereerst is het natuurlijk top als jij je bewust wordt van de gedragingen waar je niet blij mee bent, die je misschien ergens zelfs wel ontkent dat het er is. Het mag er als het ware niet zijn.
Accepteren van ongewenste subpersoonlijkheden
Het ontkennen van bepaalde ongewenste delen zorgt in de regel eigenlijk alleen maar voor onrust. Je accepteert namelijk stukken van jezelf niet en dat zorgt altijd voor disbalans. Zoals al gezegd is er geen enkel deel van jou dat je kwaad wilt doen. Door zo’n gedrag dus te ontkennen of niet te accepteren zal het eigenlijk alleen maar meer zijn of haar best voor je gedaan. Ergo: het gedrag wordt vaak alleen maar erger of uit zich heftiger. Stap één is dus het herkennen én erkennen van jouw delen.
Oefening: verken je delen
Pak nu eens pen en papier en schrijf alle ‘vervelende’ gedragingen op die je hebt, die veel aanwezig zijn. Dit kan van alles zijn, denk aan: moeite met grenzen aangeven, de neiging om te lang door te werken, te veel verantwoordelijkheid nemen, bepaalde taken te lang uitstellen, vaak te laat komen, moeite met doorzetten, niet voor jezelf op durven komen. Verzin vervolgens het positief tegenovergestelde van deze delen.
In het bovenstaande voorbeeld zou je een dusdanig lijstje krijgen:
- Moeite met grenzen aangeven – Eigen grenzen bewaken
- Te lang doorwerken – Stoppen wanneer ik voel dat het nodig is
- Verantwoordelijkheid nemen – Weten waar ik wel en niet verantwoordelijk voor ben
- Uitstellen – Daadkrachtig te werk gaan
Ga in gesprek met je innerlijke delen
Je zou jouw systeem van ‘ikken’ kunnen zien als een bus. Jij zit achter het stuur van jouw bus en in die bus zitten al jouw ikken. Neem nu eens een deel in gedachte die je zou willen onderzoeken. Waar in je bus zit dat deel in jou? Kun je hem of haar zien? Hoe oud is hij of zij? Welke houding neemt dit deel aan? Ga vervolgens eens in gesprek. Vraag waarom het er is, wat het voor je wil en kan betekenen en waarom het zo belangrijk is dat het er is.
In gesprek met je innerlijke delen middels Voice Dialogue
De oefening met de bus kan al heel veel inzicht geven maar kan tegelijkertijd ook best lastig zijn. Want wat is belangrijk om te vragen? Wat zou je willen weten? En wat moet je vervolgens met die informatie? Om het je gemakkelijk te maken is de methodiek Voice Dialogue ontwikkeld die je onder begeleiding van een professionele coach doet. De coach en/of therapeut begeleid jou in het gesprek met je innerlijke delen en faciliteert in het proces naar transformatie. Waardoor je dus niet alleen inzicht krijgt in de waarom achter het gedrag, maar het gedrag ook daadwerkelijk kunt transformeren.
Nieuwsgierig naar wat voice dialogue voor jou kan betekenen en ben je klaar voor échte transformatie van ongewenst gedrag?